Van Johannesburg naar Lowveld

Na het ophalen van onze huurauto, was het tijd voor een roadtrip van zo’n 350 km naar Lowveld. Aad ging als eerst rijden (Desiree blij). Het was aardig wennen om het stuur rechts te hebben en links te rijden. Gelukkig zijn de grotere wegen meerdere banen en dat ging Aad snel goed af (buiten af en toe een ruitenwisser aan te zetten in plaats van knipperlicht 😂). Onze eerste stop bij een tankstation voelde niet heel prettig aan qua sfeer maar we kochten snel een flesje water. Onze tweede stop was bij Alzu Petroport. Een plek om even te stoppen voor koffie met wat lekkers (Oreo wafel met marshmallow vulling, ijs en slagroom) maar waar er ook dieren aan een meertje staan. Prachtig, gewoon langs de snelweg. We zagen er struisvogels, zebra’s, neushoorns en buffalo’s. Na deze pitstop vervolgde we de reis door een prachtig gebied wat vanaf Johannesburg naar onze eindbestemming van deze dag veranderde van heuvelachtig naar berggebied (via Schoemanskloof). Met nog een klein uurtje te gaan, stopte we nog bij Joubert and Seuns Farm Stall. Bij deze boerderij kochten we verse jus van de eigen boerderij en wat fruit. 

De laatste 3 km van de dag waren nogal hobbelig (en wat onprettig voor onze Toyota Corolla Quest). Het asfalt hield ineens op na het bord ‘No Teer’ en werd een grindweg. Omhoog. Zonder 4-wheeldrive.  

De weg bracht ons naar een prachtige accommodatie, Tomjachu Bush Retreat. Ons thuis voor 3 nachten. Onze ‘Keepers Cottage’ heeft een prachtig uitzicht de bergen en hun eigen reservaat in. Het huisje is van alle gemakken voorzien en met een warm welkom van de medewerkers voelen we ons gelijk thuis. Er loopt een tamme struisvogel, genaamd Buffy en ook de impala’s lopen hier. Omdat wij de enige gasten zijn, hebben we een 3-gangen diner met prive kok en bediening. Het eten was super lekker en uiteraard met een Zuid-Afrikaans wijntje! En wat stond er op ons menu; impala! Best gek maar echt heerlijk! Ik sluit deze blog dan ook maar af met een quote die ik vanmiddag zag bij Alzu Petroport;

’Eat well, travel often’